Royal Mess
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Royal Mess


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

A prayer for the dying | Flynn & Jiaqi

2 plaatsers

Ga naar pagina : Vorige  1, 2

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 2 van 2]

Jiaqi

Jiaqi

Hij grinnikte om haar opmerking, en terwijl dit haar vanbinnen bijna trots maakte, bleef ze hem onderzoekend aankijken. Hij, op zijn beurt, vertelde haar dat hij haar nieuwe uitspraken wel kon waarderen en zette tegelijkertijd een stap in haar richting, het zwaard nog altijd in zijn hand. “Ik leer snel,” antwoordde ze. Zijn opmerking had een blos op haar wangen getoverd en ze hoopte dat dit maar slecht te zien was in het lantarenlicht. Echter, met iedere stap die hij in haar richting zou zetten, zou de kans dat deze blos niet zou opvallen steeds kleiner worden. “Maar hoezeer ik het ook betreur, moet ik je toch ongelijk geven.”
Jiaqi wilde registreren wat dit betekende, wat ze hieruit zou kunnen opmaken en hoe dit van nut kon zijn voor haar taak, maar direct nadat hij dit had gezegd, deed hij nog een stap in haar richting, wat haar iedere kans ontnam om de woorden op te slaan. Hij stond inmiddels zo dicht op haar dat ze de warmte van zijn lichaam voelde afstralen. Haar adem stokte in haar keel en met grote ogen keek ze naar hem op. Haar brein functioneerde simpelweg niet meer – er was kortsluiting. Ze had geen idee waar hij mee bezig was, net zo min als ze het idee had waar zij mee bezig was, maar achtte het haast onmogelijk dat dit was waar het op leek. En dit was hetgeen waar ze het meest mee zat: zoals je bij het opgooien van een munt je vaak realiseert wat je éigenlijk wilt wanneer de munt nog in de lucht is, zo realiseerde zij zich op dit moment, waarop het nog alle kanten op kon gaan, hoe ze eigenlijk wilde dat deze situatie uitpakte. En hoe ze wilde dat dit zou uitpakken, was verschrikkelijk ongehoord.
Ook tijdens de dans hadden ze zo dicht op elkaar gestaan, maar nu ze alleen – écht alleen – en op zijn schip waren, zonder de luide muziek en het gelach van de massa om hen heen, voelde het zo anders. Zoveel intenser. Hij pakte haar hand en het voelde alsof Jiaqi haar hart twee keer ronddraaide in haar borstkas. Ze hapte naar adem – een in feite zeer kleine, amper merkbare actie maar waarvan ze toch bang was dat hij het zou zien – en keek naar haar hand in de zijne, en hoe hij langzaam haar vingers open vouwde. Jiaqi wilde dood. Of was dood. Of nee, ze wilde helemaal niks, maar ze kon niet meer nadenken en het voelde alsof haar hart uit haar lichaam zou breken en tegelijkertijd alsof ze ieder moment zou kunnen flauwvallen. Het was de drank. Natuurlijk was het de drank. Hij had haar dronken gevoerd en nu gebruikte hij letterlijk al zijn charmes om deze integere, vrome priesteres om zijn vinger te winden zoals hij dat duidelijk bij iedere vrouw zou kunnen. (Natuurlijk was ze zich er volkomen van bewust dat zíj zichzelf – en zelfs deels hem – dronken had gevoerd, dat zij de minst integere, vrome priesteres was op de gehele aardbol en, nog veel belangrijker, dat dit stiekem alles was wat ze wilde).
Maar de opgebouwde spanning nam een hele andere wending en hij plaatste, zeer braaf, het zwaard in haar handpalm, welke een stukje naar beneden schoot onder het gewicht van het prachtig versierde ding. “Daarom,” sprak hij, en ze volgde zijn blik naar het heft, waar in sierlijke letters de naam Alexander de Bois stond gegrafeerd. De Bois. Ze slikte. De Bois. Iedereen met het kleinste beetje kennis van Athea wist dat de de Bois de heersende, koninklijke familie waren. Nog iets meer kennis, en men wist dat de huidige koning Alexander heette. Ze keek op van het zwaard naar Flynn en besefte dat ze hier niet zomaar voor iemand stond, maar voor een lid van een koningshuis. De neef van de koning van Athea. De koning van Athea. Was haar visioen niet volledig gericht geweest op een koning? En de vlaggen, het wapen, alles kwam haar bekend voor. Het beeld van Flynn de Bois afgetekend tegen de kooi met de witte pauw erin. Haar pupillen schoten in hoog tempo heen en weer terwijl ze nadacht en alles probeerde te laten bezinken.
Toen ze diep inademde om zichzelf te kalmeren, richtte ze haar ogen weer op naar Flynn. Achter hem, door de kleine, hoge raampjes, zag ze hoe de nacht niet meer zwart was, maar langzaam over ging in lichtere kleuren. Het werd ochtend. Het werd ochtend, en zij was een gigantisch eind verwijderd van de tempel waar ze deze nácht – en dus niet deze ochtend – was terugverwacht. “Oh nee-“ mompelde ze. Verder had ze nog altijd niets gezegd, en ze voelde zich zo dom. Ze had geen idee wat ze moest doen, wat ze moest zeggen. Ze wist dat Flynn waarschijnlijk verwachtte dat ze onder de indruk was en dit was ze ongetwijfeld, maar de consequenties van het zien van deze naam op het zwaard waren voor haar veel groter dan enkel verbazing of verlegenheid. En ze zag geen enkele manier waarop ze Flynn daar nu over kon vertellen en tegelijkertijd geen enkele manier waarop ze nu kon doen alsof ze wel enkel trots was om nu in de aanwezigheid van koninklijk bloed te zijn. Het enige wat ze wist, was dat ze zo snel mogelijk terug moest naar de tempel in de hoop dat niemand haar had gemist en dat ze ongemerkt bij haar bed zou kunnen komen.
“Ik moet – eh, ik moet gaan,” sprak ze wat hakkelend. Voorzichtig legde ze het zwaard neer, maar pakte vervolgens zijn hand weer om, terwijl ze een veel te late buiging maakte, haar lippen op de zegelring aan zijn vinger te drukken, zoals dat de bedoeling was bij leden van de koninklijke familie. “If you would excuse me, Your Highness,” bij dit laatste grijnsde ze speels en zonder te wachten of hij haar zou excuseren draaide ze zich om en verdween ze met wapperende rokken terug het dek op, de loopplank over, de haven uit.

Flynn

Flynn

Flynn wist niet precies meer wat er die avond verder gebeurd was, nadat hij het zwaard in haar hand geplaatst had. Hoewel het misschien aannemelijk was dat dat kwam door de hoeveelheden drank die hij eerder die avond achterover geslagen had, was het meer te wijten aan het feit dat hij het gewoon niet helemaal snapte. Hij herinnerde zich iedere seconde van die avond (tenminste, zolang je niet over de details begon) maar hij herinnerde zich simpelweg niet waarom en hoe hij dit allemaal gedaan had.
Hij had haar meegenomen naar de Victorieux en hij had haar alle kostbaarheden laten zien. Zijn schatten. De wetenschap dat hij een bijna vreemde daarmee naartoe had genomen, had blootgesteld aan al die rijkdom, zou hem bij Alexander al de kop kunnen kosten – letterlijk. Hoe had hij dat kunnen doen? Wat als ze een crimineel was? Dit laatste was niet het geval. Daar was Flynn van overtuigd, want hij kon zich niet voorstellen dat Jiaqi zo goed toneel kon spelen en bovendien had hij haar ín de tempel gezien en niemand kwam in een priesteressengewaad de tempel binnen als ze dat niet was. Maar toch, het was dom geweest. Het was een ondoordachte, roekeloze beslissing. Hij maakte zulke beslissingen wel vaker als het om vrouwen ging, maar meestal waren die domme beslissingen van een andere aard.
Het moment dat hij het zwaard in haar hand had gelegd om haar Alexanders naam te laten lezen (nog zoiets doms om te doen), daar ging het mis in zijn hoofd. Hij wist niet zo goed wat hij verwacht had, maar de geschrokken reactie en de snelheid waarmee ze zich vervolgens uit de voeten had gemaakt, waren niet de exacte afspiegeling van hoe ontzag en bewondering er in zijn hoofd uitzag. Hij begreep het niet. Hij begreep net zo min waarom zijn hart sneller begon te kloppen bij hun aanraking en waarom hij niet kon stoppen met denken aan de sierlijke lijnen van haar hals en haar opvallende jukbeenderen en de manier waarop haar lippen een beetje uit elkaar weken als ze haar ingehouden adem liet ontsnappen. Maar dat zou hij nog enigszins kunnen plaatsen als hij niet te laf zou zijn om de redenen onder ogen te komen. Wat hij écht niet begreep, was waarom ze eerst “Oh nee” had gezegd en vervolgens was weggegaan, zonder hem een kans te geven om... Nou ja, hij wist niet wat hij anders had gedaan, maar het voelde alsof ze het moment niet goed afgesloten hadden.
Hij kon niet stoppen met denken aan de manier waarop ze zijn ring gekust had en had gegrijnst alsof ze iets wist wat hij niet wist. Hij vermoedde dat hij het gewoon verkeerd geïnterpreteerd had en vooral van zijn stuk gebracht was doordat ze zo plots was vertrokken. Toch hoopte hij dat hij haar nog eens zou zien. De kans hierop was vrij klein, want ze zouden spoedig naar Athea vertrekken en hij had geen tempelbezoeken meer op de planning staan, omdat ze daar simpelweg gewoon niet in pasten, dus had hij de hoop opgegeven, maar de jonge priesteres, Jiaqi, had zijn gedachten nog niet met rust gelaten.
De bemanningslieden hadden hem die ochtend na het feest niet met rust gelaten en waren er zeer van overtuigd dat Flynn bepaalde informatie en details voor hen achterhield. Ze konden niet geloven dat er niets was gebeurd nadat ze tijdens de dans het spel verlaten hadden. Flynn had ze een halve waarheid verteld. Hij vond een drankspel en een spontane dans al genoeg details voor de buitenwereld. Hij had gezegd dat hij haar de haven had laten zien en de Victorieux en vervolgens naar de tempel had gebracht, maar hij kon zien dat ze hem niet geloofden.
Het was enkele dagen later dat ze zouden terugkeren naar Athea en Flynn had zich er die avond bij neergelegd dat hij Jiaqi inderdaad nooit meer zou zien en dat hij maar beter uitgebreid en zorgeloos van zijn laatste avond in Shagad kon genieten. Dat resulteerde erin dat hij deze ochtend aardig moe was en ook niet het allerbeste humeur had.
Hij stond op het dek, want hij had een lichte hoofdpijn en daarom frisse lucht nodig. Hij was minder formeel gekleed dan de afgelopen dagen, want er waren niet erg veel mensen om hen uit te zwaaien en hij hoefde zich voor niemand goed voor te doen, dus droeg hij een simpel wit overhemd. Hij keek toe hoe de laatste touwen waar het enorme schip mee vastgelegen had aan boord werden gehaald. De wind stond gunstig en het was mooi weer, dus eigenlijk had hij niets te klagen, maar toch was hij niet in de stemming vrolijk mee te doen met de rest van de bemanning. Ondanks dat hij van varen hield keek hij niet uit naar de dagenlange reis op zee. De reizen terug naar Athea waren altijd zijn minst favoriete. Voor nu had hij gewoon iets nodig wat hem van die gedachte – en van zijn kater – zou kunnen afleiden.

Jiaqi

Jiaqi

Van de terugweg kon ze zich praktisch niets meer herinneren. Vanaf het moment dat ze melodramatisch de neef van de Atheaanse koning benedendeks had achtergelaten tot aan het moment dat ze de volgende dag haar ogen opende terwijl ze in haar eigen bed lag, was een gigantisch gat in haar avond. En direct die volgende ochtend was ze erachter gekomen dat dit gebrek aan herinneringen best wel eens cruciaal kon zijn geweest voor de gevolgen. Misschien dat ze onderweg iemand was tegengekomen en, nog altijd dronken en overduidelijk op een bepaalde manier van slag, in een stroom van woorden was vervallen waarin ze Flynn en hun nachtelijke festiviteiten had genoemd. Misschien had iemand hen simpelweg tijdens het feest al gezien. Misschien had iemand hen zien dansen en besloten dat Jiaqi in de gaten gehouden moest worden. Misschien. Misschien. Ze wist het niet meer en zou het nooit weten, maar wat ze wel wist was dat ze, zoals het Shagaanse gezegde ging, op de blaren moest zitten.
Eerst had ze een vol uur mogen aanhoren waarom ze het priesteressenschap niet waardig was en hoe ongehoord dit wel niet was. Misschien wel het ergste hieraan, was dat ze alleen maar met lede ogen kon aanzien hoe de Hogepriesteres alles op haar afvuurde en geen enkel verweer kon bieden. De oude vrouw, waarvoor Jiaqi nog nooit bang was geweest zoals ze dat nu was – want wie was er nou bang voor een priesteres? zeker áls priesteres – was tegen haar tekeer gegaan en Jiaqi wíst dat ze gelijk had, ongeacht of de Hogepriesteres’ bronnen betrouwbaar waren of niet. Jiaqi wist dondersgoed dat ze fout had gezeten. Het maakte niet uit hoeveel anderen hadden gezien, want zelfs als anderen het niet hadden gezien; het was gebeurd. En voor een vrouw van haar positie was wat er was gebeurd, ook al was het nog zo weinig, onacceptabel.
Dit was dan ook direct de reden waarom ze het zo lastig had gevonden om te beginnen over hetgeen wat ze die nacht had ontdekt, over wat de Godinnen haar hadden ingefluisterd. Want ze kon zich niet inbeelden dat het product zou worden gewaardeerd (of überhaupt worden geloofd) als de daad zo hard werd afgerekend. Maar ze had een spoor! Iets, waarmee ze iets kon. Punt was dat niemand meer naar haar wilde luisteren. De enige plek waar men haar praat over de godinnen nog serieus had genomen, had besloten dit niet meer te doen. Het was een wonder hoe snel roddels zich verspreidden in een plek zo vroom en heilig als een tempel. Dus, met niemand te danken dan zichzelf had ze nu niemand meer die naar haar luisterde, werd ze gestraft met duizenden onbelangrijke maar tijdrovende taken om het goed te maken en zichzelf te bewijzen en was het haar, zelfs áls ze nog tijd had gehad om de tempel te verlaten, verboden om de enige persoon te zien die haar verder zou kunnen helpen omdat hij tegelijkertijd de reden was dat ze überhaupt in de problemen zat. Van het ene op het andere moment voelde haar leven als een of ander slecht toneelstuk – die van de soort die in het geheim werden opgevoerd omdat ze te ‘aards’ waren. Zeggen dat ze zich in enige mate radeloos voelde, was een understatement.
Het feit dat ze was verboden het terrein van de tempel te verlaten tenzij het voor een opdracht was die de Hogepriesteres haar had gegeven en haar constante bezigheid met geestdodende taakjes, had één voordeel – en wel dat ze alle tijd van de wereld had om een woede te ontwikkelen en, gevoed door deze woede, uiteindelijk tot een plan te komen waar ze eerder nooit toe in staat zou zijn geweest. Zelfs nu, nu ze met haar weinige dierbare bezittingen tegen zich aangeklampt door de straten van Shagad rende en met haar vrije hand de grote kap van haar cape ver over haar ogen getrokken hield om herkenning te voorkomen, was ze er nog niet zeker van of ze het wel echt ging doen. Het idee was ontstaan toen ze gisternacht in bed had gelegen en zoals de voorgaande nachten had liggen piekeren tot ze in slaap zou vallen. Alleen deze keer was ze niet in slaap gevallen; deze keer was de enige oplossing waar zij zich waarschijnlijk enigszins bij neer zou kunnen leggen ontstaan en direct volledig uitgewerkt. Ze had geweten dat ze nog maar kort, zeer kort dag had. Flynn zou morgen al vertrekken en de voelde dat hij en zijn neef de koning er iets mee te maken hadden. Ze voelde ook dat dit de kans was die de godinnen haar hadden gegeven en dat deze – en waarschijnlijk haar enige – kans verdwenen was zodra de Victorieux koers zette. De Hogepriesteres kon haar verbieden wat ze wilde, en Jiaqi voelde zich ook daadwerkelijk naar over wat er was gebeurd, maar hier blijven en onzinnige werkjes doen als bewijs dat ze het waardig was een priesteres te zijn, leek haar simpelweg niet de juiste oplossing. De Aardse Moeder mocht dan wel de woorden van de godinnen aan het volk vertalen, Jiaqi was er vrij zeker van dat de daadwerkelijke wil van de godinnen nog altijd boven die van de Hogepriesteres stond. En er waren andere plekken waar ze zich veel nuttiger kon maken. Dus ging ze tegen alle logica in en – dit hield ze zichzelf in ieder geval voor – hield ze vast aan haar geloof door de tempel te verlaten en naar Athea te vertrekken om.. wel, wat ze feitelijk zou ondernemen moest ze nog bedenken, maar in ieder geval om zich te schikken naar de wil van de godinnen.
Er was slechts één probleem: Flynn de Bois vertrok vandaag en Jiaqi had niet eerder weg kunnen glippen, dus bestond er nu de reële kans dat ze te laat zou zijn. Oh, en een tweede probleem: stel dat ze op tijd zou zijn, wat als Flynn haar niet eens mee wilde nemen? Er was vast niet zomaar plek voor een extra mond om te voeden aan boord. Toch, ze moest het proberen en in feite was het momenteel al te laat want als iemand van de tempel nu zou merken dat ze weg was, dan was het sowieso met haar gedaan. Dus, zo concludeerde ze terwijl ze met haar cape wapperend achter zich aan de steiger naar de Victorieux afrende, dat hij haar wel mee móést nemen. Er was simpelweg geen andere optie.
De trossen waren al losgegooid en juist op het moment dat Jiaqi aan kwam rennen, zag ze hoe de loopplank werd binnengehaald. De hand waarmee ze al die tijd de kap over haar ogen had getrokken, stak ze nu in de lucht, alsof dit gebaar het schip zou stoppen van wegvaren. “Wacht! Ik moet – eh, ik moet meneer de Bois spreken! I need to see – I need to talk to Flynn de Bois.” Haar ogen zochten het schip af en vonden hem op het dek, gestoken in een witte blouse die lichtjes wapperde in de wind. “Flynn!” riep ze. Nog voordat ze de woorden had gesproken, voelde ze al dat haar wangen vuurrood waren en schaamde ze zich dood: “Ik wil mee!” Het was maar goed dat verder niemand van de bemanning haar verstond.

Flynn

Flynn

Een gigantisch zeilschip op open water krijgen was bepaald geen simpel klusje. Je zou het misschien een gestructureerde chaos kunnen noemen, want er werd door matrozen over het dek heen en weer gerend en naar elkaar geschreeuwd terwijl ze touwen binnenhaalden en zeilen losmaakten om het schip zo de juiste kant op te krijgen. Het was werk dat draaide om de juiste inschattingen en timing en men moest daarom ook van heel, heel goede afkomst zijn en een hoge positie hebben om deze bezigheden voor een moment stop te zetten, want er werd niet zomaar middenin het afvaren gepauzeerd tenzij het heel belangrijk was.
Gelukkig voor Jiaqi verkeerde Flynn wel in een positie waarin hij dat zomaar kon doen. Hij werd verstoord uit zijn chagrijnige gedachten toen hij haar stem hoorde roepen. Hij keek op, zijn ogen het dek beneden hem afspeurend en vervolgens de steiger en het moment dat hij haar zag staan leek zijn hart een klein beetje op te springen. Ze was hem komen opzoeken. Hij vertelde streng tegen zichzelf dat dit allerlei redenen kon hebben die niets met hem te maken hadden, maar toch was zijn gehumeurde bui in een klap weggevaagd en had die plaatsgemaakt voor opluchting. Hij liep de trap van het bovendek af, richting de bemanning die zojuist de loopplank hadden binnengehaald.
“Stop. Wait,” zei hij tegen de twee matrozen die de laatste touwen van de bolders wilden halen. Hij gebaarde naar de loopplank. “Put it back.” Hij werd nogal vreemd aangestaard door de zeelieden, maar ze deden braaf wat hij hen opdroeg en legde het gevaarte terug zodat er een brug ontstond tussen het schip en de wal. Flynn liep het schip af, naar de steiger. Hij wist dat de Victorieux niet zonder hem zou vertrekken. In zijn achterhoofd wist hij wel dat hij enorm irritant aan het doen was, maar hij wilde zeker weten of hij goed gehoord had wat Jiaqi had gezegd en wat haar redenen daarvoor waren.
Ze was hier. De jonge vrouw die hij de afgelopen weken uit zijn geheugen had proberen te wissen omdat hij niet wist wat hij met zijn eigen gedachten aan moest was hier. Gehuld in een cape alsof... alsof ze op reis wilde gaan. Dus hij had het goed gehoord. Ze wilde mee. Mee naar Athea.
“Je wilt mee?” vroeg hij. “Waarom?” Het was het enige wat hij op dit moment kon uitbrengen, want zijn momenteel trage hersenen begrepen weinig van de situatie. Een paar dagen geleden was ze weggerend nadat ze tot ontdekking was gekomen dat Alexander de Bois, huidige koning van Athea, zijn neef was. En nu stond ze voor hem, bewerend dat ze met hem mee wilde. Was het toch de rijkdom die haar tot deze keuze verleid had? Wilde ze profiteren van de bezittingen die zijn familie had? Hij kon het zich haast niet voorstellen. Ze was misschien onder de indruk geweest die avond, maar hij had nooit hebzucht of jaloezie in haar ogen gezien.
“En de tempel dan?” vroeg hij vervolgens, want hij kon zich ook niet voorstellen dat ze haar plek in de tempel zomaar kon verlaten.

Jiaqi

Jiaqi

De mannen die de loopplank binnen hadden gehaald, keken haar lichtelijk vreemd en geïrriteerd aan, maar gingen vervolgens gewoon verder met waar ze mee bezig waren. Bij de blikken die ze kreeg van de bemanning, waar ze eerder zo gezellig mee had zitten bonden, voelde ze de moed in haar schoenen zakken. Ze perste een vriendelijke glimlach op haar lippen in de hoop dat ze er een terug zou krijgen, maar in plaats daarvan keken de mannen haar met lege gezichten aan terwijl ze geen aanstalten toonden om haar nog op het schip te laten. Waarom zouden ze ook? Misschien was het wel heel gebruikelijk dat er bij vertrek drie vrouwen op Flynn stonden te wachten die allemaal mee wilden naar Athea in de hoop daar nog meer schatten te mogen aanschouwen. Voor hetzelfde geld was zij simpelweg één van zovelen en had de bemanning de duidelijke opdracht gekregen om zo snel mogelijk weg te varen en de dames op de kade te negeren. Bij deze gedachte voelde ze bijna fysiek hoe haar eerdere motivatie en vastbeslotenheid uit haar lichaam stroomden. Ze voelde bíjna een steek in haar hart – wat dit betekende is vrij voor invulling.
Maar Flynn had haar gehoord en opeens verscheen hij tegenover haar, met alleen het water tussen hen om ze te scheiden. Hij maande de twee matrozen tot stilstand, gebaarde naar de loopplank en gaf een bevel en voor ze het wist was er een overbrugging tussen hen ontstaan. De glimlach – deze keer oprechter en stralender – was weer terug op haar lippen bij het zien van hem en ze voelde een grote opluchting die direct weer zou verdwijnen nu ze zich besefte dat ze hem een reden moest geven om mee te komen. Ze was hier op tijd, nét op tijd, maar wat nu? Hoe ging ze hem ervan overtuigen dat ze mee moest?
Inmiddels liep hij over de plank naar haar toe en Jiaqi voelde haar hart als een razende tekeer gaan. Toen hij voor haar stond, stelde hij haar de meest logische vraag die er was: waarom wilde ze mee? “En de tempel dan?” Haar gezicht werd op slag weer ernstig en terwijl ze nog op adem aan het komen was van de marathon die ze zojuist had gerend, probeerde ze een antwoord te vormen. “Oké, shit,” was het eerste wat ze kon uitbrengen. Opnieuw kleurden haar wangen rood. Deze keer wist ze niet eens waarom. Wellicht omdat ze zich er bewust van was dat ze dergelijke woorden nu al een tijd niet had mógen uitspreken en het voelde bijna alsof ze eraan moest wennen dat ze het nu gewoon weer deed. Alsof ze vroeger niet spreekwoordelijk duizenden keren haar mond had moeten wassen met zeep. “Oké, het spijt me bij voorbaat dat ik je… lastig val met zaken waar je misschien niet per se iets mee te maken hebt maar het is belangrijk voor mij en voor jou en zeker voor je… neef.”
Ze had vannacht al besloten dat ze, als ze dit zou doen, waarschijnlijk zou moeten liegen over haar daadwerkelijke reden van vertrek. Want hoe zeer Flynn haar ook leek te mogen, ze wist niets over zijn band met zijn neef en als ze in alle eerlijkheid zou vertellen dat die desbetreffende neef een gevaar zou kunnen zijn en Flynn hem als engeltje zag, kon ze best nog wel eens flink in de problemen komen. Tenslotte wist ze niet wat er precies zo niet oké was aan Alexander de Bois dat de godinnen wilden ingrijpen, maar het zomaar kunnen dat het in de familie zat. Dus moest ze haar woorden zorgvuldig kiezen – iets wat moeilijk was nu ze lichtelijk panikeerde in angst dat het Flynn allemaal niets kon schelen – en moest ze, in conclusie, de waarheid dus een beetje vervormen. Pas als ze op zee zouden zijn en ze haar dus niet meer weg konden sturen, kon ze misschien met de waarheid komen.
“Ik weet dat dit voor jou klinkt als onzin maar probéér me te geloven,” begon ze, terwijl ze hem smekend aankeek. “Ik heb gezien – eh… de godinnen hebben me verteld dat je neef in gevaar is. En ik móét hem iets vertellen.” Terwijl ze sprak hield ze zijn reactie scherp in de gaten. Haar eigen blik stond zoekend, zoekend naar het kleinste beetje blijk dat hij haar ook maar enigszins geloofde. “Ik weet dat dit allemaal klinkt als bullshit maar ik móét mee. De tempel heeft haar toestemming gegeven. In alle eerlijkheid heeft de Hogepriesteres me op reis gestuurd om deze opdracht te voltooien. Want… wel, het is dus belangrijk.” In alle eerlijkheid – the irony. Jiaqi was zich ervan bewust dat ze een zeer zwak pleidooi had gehouden en als zíj in Flynn zijn schoenen had gestaan, had ze zichzelf waarschijnlijk allang weggestuurd. Maar goed, ze moest hoop houden. Meer kon ze niet.

Flynn

Flynn

Er vormde een blos op haar wangen toen hij zijn vraag had gesteld en een algemeen bekend scheldwoord kwam over haar lippen, waardoor hij verwonderd zijn wenkbrauwen optrok. Ze zei vervolgens dat het haar speet dat ze hem lastig viel met zaken waar hij niets mee te maken had, maar dat het belangrijk was. Voor zijn neef. Daarmee moest ze natuurlijk Alexander bedoelen. Hij wachtte geduldig op meer uitleg terwijl hij zich ondertussen afvroeg of hij nu misschien meer duidelijkheid zo krijgen over waarom ze zo geschrokken was van haar ontdekking een aantal dagen eerder.
Wat hij als antwoord verwacht had wist hij niet precies, maar het was in ieder geval niet dít. “De godinnen hebben me verteld dat je neef in gevaar is. En ik móét hem iets vertellen.” Een niet-begrijpende blik verscheen op haar gezicht toen ze dit zei, haar zoekende ogen hem aanstarend. Hij moest een moment nadenken voordat hij de lading van haar boodschap begreep. De godinnen, had ze gezegd. Ze was er schijnbaar van overtuigd dat de godinnen haar hadden verteld dat Alexander in gevaar verkeerde en nu wilde ze met hem mee naar Athea. En de hogepriesteres had haar naar hem toe gestuurd om de opdracht te voltooien. Hij snapte er nog steeds helemaal niets van, maar nu begreep hij wel dat ze haar taak en geloof heel erg serieus nam.
Juist toen hij zijn mond opende om antwoord te kunnen geven, hoorde hij de stem van de kapitein achter zich.
“With all due respect, Your Grace. What exactly is the meaning of all this?”
Hij draaide zich om naar Kylian Germain, die er in zijn formele kapiteinsuniform heel wat meer gezaghebbend uit zag dan Flynn op dit moment.
“The lady will be joining us. I’ll escort her to her rooms. Please return to your obligations, everyone.” Met zijn hand losjes op haar rug begeleidde hij Jiaqi het schip op, zonder verder na te denken over wat hij aan het doen was. Hij moest nu een beslissing maken en als hij eerlijk was naar zichzelf wilde hij haar best meenemen, graag zelf. Hij wist niet wat hij van haar beweringen moest maken, want hij had in die enkele seconden geen tijd gehad om erover na te denken en er op door te vragen, maar daar zouden ze nog zeeën – pun intended – van tijd voor hebben als ze eenmaal waren vertrokken. Hij geloofde haar, als hij eerlijk was, niet helemaal. Tenminste, zijn brein vertelde hem dat ze onmogelijk iets van de godinnen gehoord had. Aan de andere kant wilde hij haar graag geloven. Hij dacht aan wat de vrome Merilyn tegen hem zou zeggen als hij dit dilemma voorlegde. “Flynn, als ze beweerd een opdracht van de godinnen te hebben gekregen, mag je haar niet weigeren.” Hij hield zichzelf voor dat het een goede keuze was om Jiaqi mee te nemen, want Merilyn zou hetzelfde doen.
Net toen ze op het schip waren pakte Gemain hem bij zijn schouder. “What are you doing?” vroeg hij, zijn blik een mengeling van ongeloof en ergernis. “I get that she’s a pretty lass, but you can’t bring a woman aboard. It’s bad luck.”
Flynn grijnsde naar hem. “Don’t you see her clothes? She’s a priestess. I’m sure the goddesses won’t send us into a storm with one of their servants on board. We’ll be fine.”
“What about the food? We can’t just have another mouth to feed,” protesteerde Gemain.
“In that case, I hope the spiritual food she’ll bring us can serve as dessert. Excuse me.” Hij klopte Gemain op zijn schouder, schonk hem nog een vriendelijke glimlach en liep verder om Jiaqi naar benedendeks te begeleiden.
“Beloof me dat ik hier geen spijt van ga krijgen,” zei hij hoofdschuddend, maar hij kon de lichte grijns niet onderdrukken. “Kom, dan zoek ik een plek waar je niet lastig gevallen wordt door... de anderen.” Hier had hij nog niet heel goed over nagedacht, want een mooi jong meisje aan boord van een schip met bemanning die weken op zee zou zitten zonder ander vrouwelijk gezelschap, kon nog wel eens problemen gaan opleveren. Het was niet voor niets een gezegde dat een vrouw aan boord ongeluk bracht.

Jiaqi

Jiaqi

Het geloof waar ze naar op zoek was, kon ze niet op zijn gezicht bespeuren. Eigenlijk wist ze niet zo goed welke uitdrukking ze wel van zijn gezicht kon lezen en dit beangstigde haar. Het kon in ieder geval nooit veel goeds betekenen. Hij wilde zijn mond openen om haar te beantwoorden en Jiaqi hield vast aan haar laatste beetje hoop terwijl door haar hoofd schoot wat er met haar zou gebeuren en wat ze allemaal kwijt zou zijn als hij zou besloten dat haar verhaal inderdaad te zwak was om hem over te halen. Ze was zo gefocust op de woorden die uit zijn mond zouden komen, dat ze daadwerkelijk schrok toen het niet zijn stem was die ze hoorde, maar een zware, donkere en strenge mannenstem die sprak in de taal die ze slechts een klein beetje verstond. Echter, aan de toon van de stem en de context was redelijk goed af te leiden wat hij moest hebben gevraagd. Jiaqi draaide zich tegelijkertijd met Flynn naar de bron van de stem: een man in een uitgedost en duur ogend uniform met een grote hoed die weinig ruimte overliet voor twijfel dat ze hier te maken had met de kapitein van het schip. Ook dat nog. Met een schuin oog keek ze naar Flynn terwijl hij een antwoord gaf dat ze niet verstond. Had hij niet gezegd dat het zijn schip was? Dit zou de hele zaak kunnen veranderen.
Maar nadat hij zijn antwoord had gegeven plaatste hij zijn hand lichtjes op haar rug en begeleidde hij haar over de loopplank het schip op. Jiaqi liet opgelucht haar adem ontsnappen. Terwijl ze de loopplank bewandelden, hield ze de geïrriteerd ogende kapitein scherp in de gaten. De man oogde zo ontevreden met het hele gebeuren dat ze zenuwachtig was om alleen al langs hem te lopen. Op het moment dat ze hem was gepasseerd, werd Flynn door de man aangehouden. Jiaqi kauwde nerveus op de binnenkant van haar wang gedurende het gesprek dat volgde, waar ze niets van kon verstaan maar waar ze wederom de kern wel van kon raden. Haar hart bonsde in haar keel en ook toen Flynn het gesprek eindigde met een schouderklopje en een vriendelijke glimlach voelde ze zich nog allerminst gerust gesteld. Ze lieten de man, met een blik die zoveel duidelijk maakte als dat hij het absoluut niet eens was met de hele situatie, achter en vervolgden hun weg naar benedendeks.
Het schip zag er zo anders uit bij daglicht. Nu het niet meer verlaten was, maar broeide van leven, van drukte en mensen die door elkaar heen renden en iedereen die bezig leek, leek het een geheel ander schip te zijn dan het schip waar ze een aantal dagen geleden van was weggevlucht. Jiaqi was blij dat Flynn zo dichtbij haar liep, niet in de eerste plaats omdat ze alleen die nabijheid stiekem al fijn vond, maar vooral omdat ze dacht dat ze zónder zijn aanwezigheid niet één stap zou durven te maken zonder bang te zijn dat ze iemand voor de voeten liep. De mannen leken respect te hebben voor Flynn. Ze leken voor hem aan te kant te gaan in plaats van dat hij voor hen hoefde uit te wijken.
Terwijl ze over de houten planken liepen sprak Flynn tot haar: “Beloof me dat ik hier geen spijt van ga krijgen.” Hij klonk serieus, bijna afkeurend, maar de kleine grijns rond zijn lippen vertelde haar dat het in ieder geval met hem wel goed zat.
“Ik kan niks beloven, maar ik zal mijn best doen,” antwoordde ze met een glimlach. Hij zei dat hij een plek voor haar zou zoeken waar ze niet lastig zou worden gevallen en hoewel ze blij was met het eerste, baarden deze laatste woorden haar lichtelijk zorgen. Toch, ze volgde hem braaf de trap af en toen ze benedendeks waren, voelde ze uiteindelijk haar grootste zorg – namelijk of ze wel mee zou kunnen – van zich af glijden. Ze draaide zich naar Flynn. “Oh, duizend maal dank,” verzuchtte ze opgelucht, waarna ze een grijns op haar gezicht toverde. “Jóúw schip?” herhaalde ze zijn woorden van de vorige avond dat ze hier was geweest, als de smiecht die ze was.

Flynn

Flynn

Ze reageerde op hem met de uitspraak dat ze niets kon beloven. Hoewel Flynn haar brutale kant kon waarderen en normaal gesproken breed zou hebben geglimlacht om die woorden, trok hij nu alleen zorgelijk zijn wenkbrauwen in een frons. Er zaten zoveel haken en ogen aan haar plan. Ten eerste was het gevaarlijk voor een vrouw om aan boord te zijn van een schip. Niet alleen vanwege de mannen om haar heen, maar ook omdat ze niet de basisvaardigheden bezat die je aan boord zou moeten hebben. Ten tweede, als ze zich maar een beetje zou misdragen zou dat wat Germain betrof voor een enkeltje plank kunnen zorgen, want het leven aan boord was hard en streng en hoewel de kapitein zijn gelijke was als het om rangen ging, was het wel diens taak om ervoor te zorgen dat orde werd nagestreeft. Hij verwachte niet dat Jiaqi regels zou overtreden, maar toch wilde hij graag voorkomen dat ze anderen voor de voeten liep.
Nu ze beneden in het donkere schip liepen besefte hij hoe impulsief hij weer gehandeld had. Waar was hij nou weer mee bezig? Waarschijnlijk had Germain volkomen gelijk en was dit een domme beslissing. Hij negeerde de gedacht, want hij kon er niets meer aan veranderen, maar hij wist dat ook in Athea hij heel wat te verantwoorden zou hebben als dit mis zou gaan.
“Jóúw schip?” vroeg Jiaqi met een grijns om haar lippen. Hij zweeg even, moest zich bedenken waar dit ook al weer over ging, en vermoedde toen dat ze doelde op zijn opmerking een aantal avonden geleden en de aanvaring met de kapitein van net.
Hij kon het niet laten te grinniken. “Oké, niet helemaal mijn schip misschien,” zei hij, terwijl hij door het smalle ruim richting de ruimtes liep waar ze eerder ook waren geweest. “Een scheepsbestuur bestaat uit drie mensen. De schipper, dat is kapitein Germain die je net ontmoet hebt, en daarnaast de opperstuurman en de Head Merchant. Opperkoopman.” Hij bleef staan voor de deur van zijn vertrek. “Dat ben ik. Dus je zou kunnen zeggen dat het voor een deel wel mijn schip is. Al is het feitelijk gezien van niemand anders dan de koning, die uiteindelijk onze opdrachtgever is.” Hij opende de deur en gebaarde Jiaqi dat ze naar binnen kon gaan.
Zijn kamer stelde weinig voor vergeleken bij de vertrekken die hij in het kasteel had, maar in tegenstelling tot het ruim waar de matrozen sliepen, was het toch bijna net zo indrukwekkend als de schatkamer tegenover hem. Hij sliep in een bed dat in vergelijking met de hemelbedden in Alryne niets voorstelde maar bij de hangmatten waar de andere bemanning het mee moest doen toch aardig imposant leek. Verder was de ruimte ingericht met een grote kist waar zijn bezittingen in zaten, twee met fluweel beklede bankjes – Flynn snapte dit deel ook niet helemaal, want hij zat nooit in zijn eentje in zijn kamer tenzij hij de administratie moest bijwerken - een eettafel, een bureau dat bezaaid was met papieren en ganzeveren en, echt waar, een kroonluchter. Dit laatste vond Flynn nog wel het meest nutteloze van alles, maar ’s avonds was het licht van de vele kaarsen toch best welkom. Verder werd de ruimte gesierd door zware rode gordijnen en in figuren afgewerkt hout.
“Over de koning gesproken,” zei hij en hij gebaarde dat Jiaqi op een van de banken kon gaan zitten terwijl hij zelf op de andere plaats nam. “Daar heb je nog wat over uit te leggen.” Hij was even stil, luisterde naar het gestommel van de bemanning die boven hen op het dek bezig waren. “Als je je nog bedenkt, is dit het moment om van boord te springen en terug te zwemmen,” zei hij, zijn mondhoeken omhoog gekruld. Vervolgens verdween zijn grijns en ging hij op serieuzere toon verder: “Jiaqi, ik begreep niet veel van wat je daarbuiten gezegd hebt, maar ik ga er vanuit dat je een goede reden hebt om hier te zijn. Het leven aan boord is niet makkelijk en al helemaal niet voor een vrouw die nooit een lange reis op zee heeft gemaakt. Ik wil je vragen om, wanneer ik je iets opdraag, precies te doen wat ik zeg. Oké? Voor je eigen veiligheid.”

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 2 van 2]

Ga naar pagina : Vorige  1, 2

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum