Royal Mess
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Royal Mess


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Winter x Autum: As I whisper in your ear: "I wanna fucking tear you apart"

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Autum

Autum

Het paard bewoog soepel naar haar aanwijzingen. Een zacht trekje aan de teugel met haar linkerhand zou het paard een scherpe bocht naar links doen maken. Haar hakken in zijn flank zouden zijn rustige tred doen veranderen in een galop en haar stem, rustig en kalm gericht op het beest, zou zijn pas daarna weer vertragen. Ze had het beest overgenomen van een boswachter, een aantal jaren geleden. Of de desbetreffende boswachter er ook het vredige woord 'overgenomen' voor zou gebruiken, was een vraag waar ze zich niet meer, of nooit mee bezig had gehouden. De viervoeter was toen al prima afgericht geweest. Het beest had moeten wennen aan Autum haar aanwezigheid, maar met een maand of twee kon Autum hem prima berijden en inmiddels was het volledig afgericht naar Autum haar doen en laten. Autum en het beest pasten, al was het alleen qua uitgebreidheid van kleurpalet, perfect bij elkaar. Het paard was zwart, gitzwart en had zelfs geen witte voeten. Ook Autum ging praktisch altijd gekleed in zwart en zwart alleen. Alleen haar haar droeg een merkwaardige, haast pastelroze kleur.
Nu, echter, was dit haar niet te zien maar werd het bedekt door een zwarte sjaal, die tegelijkertijd diende als cape. Het ding was twee keer losjes om haar hoofd heen gewikkeld. Een uiteinde van de sjaal hing losjes over haar schouder naar voren. Een golvende pluk haar probeerde uit alle macht de bescherming van de lap te ontsnappen, maar tekens wanneer deze bij haar oor naar buiten dreigde te vallen, schoof Autum de haren met een snelle beweging weer terug achter haar oor. De huidige weerconditie gaf definitie aan het woord 'guur'. Het was koud, snijdend koud en als de dame haar handen niet gewikkeld had in zwarte stof en ingesnoerd met dun leer, waren ze ongetwijfeld blauw gekleurd en zou het gevoel haar handen hebben verlaten. Dit, echter, kon ze niet riskeren. Het zou uiterst onprofessioneel zijn om met gevoelloze, halfdode handen te proberen perfect uitgekiende moord te plegen. Uiterste zelfbeheersing, een vaste hand en concentratie waren prioriteit daar waar zij en Winter nu naar op weg waren. Met half afgevroren handen zou ze geen van die zaken kunnen hebben. Het was noodzaak dat de twee gelijk tot actie over zouden kunnen gaan wanneer de kans zich opdrong en Autum wilde absoluut niet het persoon zijn dat dit zou verpesten.
De hoeven van de twee paarden maakten ritselende geluiden terwijl ze zich door de vochtige bladeren voortbewogen. Vanuit haar ooghoek sloeg Autum het meisje gade waarmee ze onderweg was. Het was donker, maar zelfs in het duister waren Autum haar ogen naar de blonde haren van haar metgezel getrokken. Het haar was naar achteren ingevlochten, waardoor de zachte contouren van haar gezicht goed zichtbaar waren. Hoewel het ongebruikelijk was voor Autum om enige vorm van emotie te tonen, of in ieder geval enige vorm van vriendelijke emotie, trokken haar mondhoeken haast onzichtbaar in een glimlach. De twee hadden nog maar weinig woorden gesproken tijdens hun tocht en waren inmiddels toch al zo'n twee uur onderweg. “Gaat het?” vroeg Autum, niet per se omdat ze echt dacht dat er iets mis was met Winter – het was niet ongebruikelijk dat ze aardig wat tijd in elkaars gezelschap in stilte konden doorbrengen – maar meer omdat ze inmiddels wel genoeg had van de stilte. Terwijl ze sprak, zette ze haar hakken in haar paard zijn flank, en zijn tred versnelde iets. Ze had niet alleen genoeg van de stilte, maar inmiddels ook genoeg van de verveling van hun lange tocht. Ze was klaar voor de actie. Klaar voor bloed. De gedachte aan wat komen ging, deed haar handen tintelen.

Winter

Winter

‘Remember: you have to be the coldness people hide from. You are the winter everyone fears. You cannot let your emotions control you. You can’t, understand? Do you understand me?’
Winter wist niet waarom deze woorden van haar moeder plotseling door haar hoofd galmden, maar ze kwamen uit het niets en bleven een groot deel van de lange, koude rit door haar gedachten spoken. Het was een van de vele wijze lessen die ze als kind van haar moeder had gehad. Eén van de dingen waar zij zich als assassin-leidster aan zou moeten houden. Haar moeder gaf haar vaak lijstjes met gouden regels, zoals veel moeders aan hun kinderen meegaven. Alleen gingen deze regels bij Winter niet over huwelijken, kinderen baren of het huishouden, maar over het leven als een assassin en hoe ze mensen moest doden zonder er zelf van te veranderen.
Haar moeder was ervan overtuigd dat je als assassin geboren was. Als assassin veranderde je niet bij elke pijl, elk mes, elk zwaard dat door je slachtoffers hart ging. Dood veranderde mensen niet. Het liet alleen je ware aard zien. Het toonde je macht. Of je zwakte.
Winter had het nooit in haar leven hardop uitgesproken en wist zeker dat ze dit ook nooit zou doen, maar ze was het in haar hart nooit met haar moeder eens geweest. Ze kon de keer dat ze het leven uit haar eerste slachtoffer weg zag stromen, in de vorm van rode vloeistof en lichtjes in de ogen die langzaam uitgingen, herinneren alsof het vandaag was gebeurd. Het gevoel dat haar overrompelde. Het duurde maar een fractie van een seconde voor ze zich weer machtig, onkwetsbaar en trots voelde, maar toch, in die ene seconde, was er iets anders. Een stukje van haar ziel dat langzaam afbrak.
Ze negeerde het. Altijd. Maar toch voelde ze hoe de hardheid haar langzaam in bezit genomen had en hoe ze steeds een beetje minder menselijk was geworden, tot er een koude, emotieloze Winter overgebleven was. Een dodelijk wapen, gevreesd door zelfs haar eigen assassins.
Niet dat ze er spijt van had. Ze was er alleen maar beter van geworden.
Ze voelde het alleen als ze met Autum was. En dat was iets geks. Ze zou Autum ervoor moeten haten, dat ze deze oude, menselijke gedachten van haar naar boven bracht. Haar liet nadenken over de daden die haar zo gewoon geworden waren. En toch, toch kon ze Autum niet haten. In feite had ze er moeite mee Autum in haar eentje op pad te laten gaan. Ze kon het gevoel niet goed plaatsen.
Autum was een uitstekende assassin en niet voor niets haar rechterhand. Winter vertrouwde haar blindelings, en terwijl ze een van de andere assassins niet eens een van haar eigen wapens zou laten gebruiken, zou ze Autum haar leven toevertrouwen. (Als haar moeder dat hoorde, zou ze waarschijnlijk diep teleurgesteld zijn in Winter, want “vertrouw niemand” behoorde ook tot de gouden assassin-regels.)
‘Natuurlijk,’ zei ze, uit gewoonte iets te kil. Ze draaide haar hoofd een kwartslag zodat ze vanuit haar ooghoeken naar Autum kon kijken, en verzachtte haar blik. ‘Met jou?’ Ze richtte haar gezicht weer op het pad. ‘Het zal nu niet lang meer duren,’ zei ze, zonder op antwoord te wachten, terwijl ze de capuchon van haar cape, die door de wind af was gevallen, over haar hoofd trok en het tempo van haar paard vertraagde.

Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum