Royal Mess
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Royal Mess


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

It can't be true

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1It can't be true Empty It can't be true zo maa 13, 2016 11:21 pm

Asher

Asher
Admin

Ze keken naar hem, wezen naar hem, lachten hem uit. Hij wist niet waarom. Ze stonden daar gewoon. Ze waren menselijk en toch geen mensen. Geen schaduwen of geesten en toch leken ze schimachtig, duister. Ze maakten hem bang, maar hij wilde zijn ogen niet van ze afhouden. Hij was bang, bang dat ze iets zouden doen wanneer hij wegkeek. Wat als ze zijn nek zouden omdraaien? Of zijn aderen zouden doorsnijden? Hij hoorde ze wel fluisteren. Hij hoorde ze lachen met hun valse gelach. Ze fluisteren over op hoeveel manieren ze hem zouden kunnen vermoorden. Hij kon zijn bloed al ruiken. Maar hij wist hun zwakte. Zo lang hij ze aankeek, zou er niks met hem kunnen gebeuren. Ze zouden verdwijnen, misschien om een ander lastig te vallen, of misschien zouden ze hem opwachten in zijn slaap. Nee. Hij zou niet slapen. Zelfs als hij wilde slapen, zou hij dat niet kunnen. Maar nu was hij nog meer overtuigd om niet te slapen. Ze zouden hem niet krijgen. Hij was veel slimmer dan ze. Hij had zelfs een manier gevonden om te voorkomen dat hij knipperde en dat ze dichterbij zouden kunnen komen. Eens in de zoveel tijd zou hij een oog dichtdoen. Eén oog. En hij zou ze af en toe afwisselen. Hij keek ze altijd aan. Zijn blik zou nooit van hun verdwijnen. Hij was veel slimmer dan zij.

En zo zat hij op de bank, ietwat onderuit gezakt, voor zich uit starend. Af en toe vormde zijn mond willekeurige woorden, fluisteringen. Soms woorden om ze mee weg te jagen, andere keren woorden die om hulp vroegen of woorden die zijn situatie beschreven. “Ze gaan me vermoorden,” fluisterde hij. Al was het geen fluistering meer te noemen. Het was zo zacht, het leken geen woorden meer te zijn, slechts een beweging van zijn lippen en tong. Op die kleine bewegingen van zijn mond na, bewoog hij niet, had hij al uren niet meer gedaan. Maar hij wist de tijd niet meer. Het had vijf minuten kunnen zijn, misschien wel een hele dag. Er waren mensen langsgelopen, maar die hadden geen woord tegen hem gezegd. Ze hadden tegelijkertijd langs kunnen komen in een grote optocht, en hij zou ze niet opgemerkt hebben. Nee, hij staarde naar de muur, de wezens die voor de muur stonden. Ze lachten hem uit voor zijn zielige poging om ze te slim af te zijn. Fluisterden dat hij het op moest geven, dat ze hem geen pijnlijke dood zouden geven als hij zijn blik afwendde. Maar hij vertrouwde ze niet. Ze hadden zoveel dingen in zijn oren gefluisterd, hij wist niet meer welke woorden echt waren of niet. Hij wist alleen dat hij ze niet kon vertrouwen. Niemand.

2It can't be true Empty Re: It can't be true ma maa 14, 2016 1:03 am

Milla

Milla

Haar ooit van nature volle haren, hingen nu futloos over haar schouders. Met iedere stap waaiden ze op, kwamen weer neer. Waar grote krullen vroeger vrolijk op en neer hupsten bij elke pas, waren alle krullen inmiddels uitgezakt en waren er nog slechts lichte golven terug te vinden in haar kapsel. Het maakte niet uit hoe hard ze haar best deed, hoe goed ze haar haar ook in de krulspelden zette, het geheel wanhopig probeerde te bedekken in haarlak, aan het eind van de dag zakte alles uit. Ze verlangde naar betere producten, verlangde naar glanzender haar, naar een goede kam, een krultang, als ze even verwend mocht doen. Ze wilde niet de hele dag bezig moeten zijn met haar uiterlijk, kunnen genieten van de tijd die ze had, die ze bewust kon meemaken. De uren dat de zon scheen. Was meer dan klaar met haar constante poederpauzes en touch-ups. Het was een wonder dat ze vanochtend geen uren aan haar haar had besteed, maar genoegen had genomen met het lichte versieren van haar gezicht, door middel van het opplakken van popachtige wimpers en het stiften van haar lippen en dat ze daardoor nu met dit walgelijk simpele kapsel rondliep.
Rondliep, jawel, want lopen, dat deed ze. Ze dwaalde, fladderde door de gangen op haar lichte voetjes, haar zwakke tred die onmogelijk zwaarder had kunnen zijn gezien het hele meisje meer weg had van een blaadje in de wind dan van een daadwerkelijk mens. Haar gefladder bracht haar in alle uithoeken van het Lawrence, voornamelijk plekken waar men haar liever niet had en ook vandaag leek ze weer te stuiten op een plek waar ze waarschijnlijk niet gewenst was. Een ruimte, een jongeman op een bank, alleen. Mensen liepen langs hem, wierpen blikken, maar niemand zei iets. Niemand ging naar hem toe, niemand praatte met hem. Er was genoeg ruimte voor anderen om naast hem te gaan zitten en niemand deed het en het zat haar dwars. Nu bestond er natuurlijk altijd de optie dat dit was omdat hijzelf niemand naast hem wilde, omdat hijzelf het liefst alleen was, maar hoe moest Milla dit weten? En, mocht dit het geval zijn, dan kon hij haar dat zeggen en dan zou ze weer verdwijnen. Ze zou niet moeilijk doen, want zag het als volkomen begrijpelijk dat hij absoluut geen behoefte had om van iedereen in dit godvergeten gebouw, uitgerekend haar naast hem te hebben, maar mocht het zo zijn dat hij daar niet vrijwillig in zijn eentje zat, dan kon ze toch nog iets goed doen. Ze ademde diep in, veegde links en rechts plukjes haar uit haar gezicht en plakte haar poppenlachje op haar gezicht. Geruisloos - gezien ze niet anders kon - bewoog ze zich naar de jongen op de bank en nam ze voorzichtig naast hem plaats. Ze zat daar, kaarsrecht, een bleke, fragiele verschijning naast de haast gehypnotiseerde man naast haar. Zijn met donkere kringen omrande ogen bleven op de, in Milla haar ogen, uiterst oninteressante muur gericht, niks aan de jongeman gaf blijk van of hij haar wel had gezien. Na een tijdje, waarin hij bleef staren, geen enkele keer knipperde en alleen maar zachtjes voor zich uit prevelde, stak Milla twijfelend haar hand omhoog om deze onzeker voor de jongen zijn ogen heen en weer te zwaaien. "Hey," prevelde ze, waarna ze in haar dunne vingers knipte, "hey! It's 723 bricks, I've counted them. Twice. Don't worry about it." Haar stem was zacht, dun, klonk net zo licht en fragiel als ze eruit zag.

3It can't be true Empty Re: It can't be true ma maa 14, 2016 2:02 am

Asher

Asher
Admin

Hij zou toch zweren dat ze steeds dichterbij kwamen. Waarom kwamen ze dichterbij? Waarom nu pas? Waarom niet eerder? Ze zouden hem vermoorden. Hij kon geen kant op. Hij zou hier sterven. Hij had een zacht stikkend geluid gemaakt toen er ineens een hand voor zijn ogen zwaaide, alsof hij geen adem meer kon halen. De hand verdween weer, de wezens waren weg. Waar waren ze? Wat was er met ze gebeurd? Hij wist het niet. Hij had niks gedaan. Waren ze vertrokken? Uit zichzelf? “They’re gone…” Net waren ze er nog. Wat was er gebeurd? Waar waren ze heengegaan? Hadden ze het opgegeven? Zo snel al? “They’re gone,” bevestigde hij verward nadat hij enkele keren met zijn ogen had geknipperd.

Alsof hij niet wist waar hij was, keek hij om zich heen. Waar waren ze gebleven? Ze moesten toch ergens zijn? Nee, ze waren nergens. Ze waren weg. Verbaasd draaide hij zich naar de persoon naast hem. Een fragiel figuurtje met blonde, golvende haren, en volle nepwimpers. Hij kende haar niet. Hij kende eigenlijk niemand echt goed hier, maar hij dacht haar niet eerder gezien te hebben. Was ze nieuw? Was ze hier al lang? Had hij haar gewoon nooit gezien? Hij wist het niet. Zat ze misschien in zijn hoofd? Was haar stem een van de zovelen in zijn hoofd? Stil en verward keek hij het meisje aan, af en toe een blik werpend op de muur. Ze kwamen niet terug. Had zij dit gedaan? Hoe had ze dit gedaan? Hij greep haar bij de schouders en bekeek haar nogmaals van een armslengte. “You did this,” fluisterde hij verbouwereerd. “How did you do that? Please. Tell me how you did that!” Hij wist niet of hij wanhopig, verbaasd of opgelucht moest klinken. Hij wist niet eens of hij wel enige emotie moest tonen, of dat hij überhaupt iets deed behalve een antwoord op zijn vraag eisen. Maakte het uit als ze niet bestond?

Was zij eigenlijk wel echt? Zachtjes kneep hij in haar schouder. Ze voelde wel echt. Ze leek echt. Hoewel popachtig, leek ze echt. Ze klonk echt. Maar waar kon je tegenwoordig zeker van zijn? Volgens zijn ouders was de schaduw die hem altijd had bekeken als kind ook niet echt geweest en wanneer die kwam, voelde hij de kamer ook altijd koud worden. Alsof alle warmte uit de kamer werd weggezogen. Hij wist het geluid nog dat de schaduw maakte, een rochelend geluid, alsof iemand door een opengesneden keel probeerde te ademen. Was dit meisje wel of niet echt? Hij wist het niet. Ze had alles kunnen zijn. Maar als ze echt was…
Vlug trok hij zijn handen weg. Mensen hielden er niet van om aangeraakt te worden, dat wist hij. Maar hoe kon hij weten of ze een mens was? Wie weet was ze wel een monster, iemand gemaakt om misbruik te maken van zijn vertrouwen en hem te vermoorden wanneer hij het niet verwachtte. Kon hij haar vertrouwen? Misschien was ze wel hun leider en had ze ze weggejaagd zodat zij eindelijk haar beurt kon nemen om hem te vermoorden. Haastig schoof hij zo ver mogelijk weg van het meisje op de bank. Waarom ging ze anders naast hem zitten?

“And—” Kon hij dit wel? Wat als ze echt onschuldig was? Misschien was ze wel zijn redder. “And how do I know you’re not one of them too?” Hij keek haar beschuldigend aan, alsof ze hem het daadwerkelijke verhaal zou vertellen als hij haar zo aan zou blijven kijken. Hij wist niet of ze echt een van hun was, maar als er een kans bestond dat hij gelijk had, dan wilde hij die wel nemen. “For all I know you could’ve sent them away so that you could deceive me and kill me.” Hoe meer hij zei, hoe zekerder hij werd van zijn zaak. Ze was hun leider! Ze zou hem vermoorden wanneer hij zich omdraaide! “You’re not fooling me, you foul—” Maar wat als hij geen gelijk had? Wat als ze echt onschuldig was? Hij wist het niet meer.

4It can't be true Empty Re: It can't be true ma maa 14, 2016 7:24 pm

Milla

Milla

Ergens had ze verwacht dat hij ook haar hand niet zou opmerken. De intensiteit waarmee hij zich focuste op de muur, of op wat dan ook, deed haar vermoeden dat hij nog niet zou opkijken wanneer en volledig orkest plotseling zijn staarwedstrijd zou komen ondersteunen. Het geluid dat hij produceerde, deed haar dan ook schrikken en ze verstarde op de bank. Al gauw werd duidelijk dat ze zijn dood niet op haar geweten zou hebben en dat hij niet daadwerkelijk aan het stikken was, want hij opende zijn mond en hij sprak woorden,  voor het eerst echt duidelijk, echt hoorbaar, iets zinnigs. Of wel, dit laatste viel te betwisten, maar hij gaf voor het eerst blijk van een soort bewustzijn. "They're gone," mompelde hij, gevolgd door een stilte. De verwondering in zijn stem, zijn ongelovig knipperen met zijn ogen. "Eh-" bracht Milla wat moeilijk uit, aangezien ze geen idee had wat ze moest doen nu ze de jongen schijnbaar uit zijn roes had weten te halen en ze al helemaal niet wist wat ze aanmoest met zijn woorden.

Terwijl hij zijn woorden herhaalde, verschoof ze wat ongemakkelijk op de bank. Ze wilde iets zeggen, vragen wie 'zij' precies waren, waar ze naartoe waren gegaan en wellicht waarom dit zo bijzonder was, maar toen ze haar mond opende, ving ze zijn blik en ze viel weer stil. Hij zag er verschrikkelijk uit. De donkere kringen onder zijn ogen leken erger en opvallender nu hij haar aankeek, de blik in deze ogen sprak van een vermoeidheid waar Milla nooit weet van zou hebben en van extreme verwarring - waar ze wel te maken mee zou hebben en waar ze momenteel erg in de buurt kwam. Stil en onzeker bleef ze hem terug aanstaren, hem in de gaten houden, ook wanneer zijn ogen zich naar de muur draaiden om te controleren of 'zij' nog wel weg waren. Toen hij naar haar schouders greep, wilde ze instinctief achteruit wijken, maar ze was te laat en te verbaasd om echt goed te kunnen reageren en dus voelde ze hoe zijn handen op haar knokige schouders drukten. Vol verbazing fluisterde hij. "You did this." Met grote ogen keek ze hem met evenveel verbazing terug aan en toen hij haar dwingend begon te vragen hoe ze hetgeen had gedaan waarvan ze geen idee had wat het was, klapte ze al helemaal dicht. Haar mond bewoog, want ze wilde antwoord geven, zijn verlangen naar haar antwoord stillen en hem tevreden stellen, maar er kwam geen geluid uit gezien haar hersenen haar in de steek lieten en ze geen idee had waar hij het over had. Wat had ze gedaan? en was het iets goeds? Ze gokte van wel, maar wat als ze onbewust iets slechts had gedaan en hij nu boos was? Wat als hij helemaal niet wilde dat 'zij' weg waren? Misschien had ze ze wel weggejaagd.

Hem leek het niet uit te maken dat er geen woorden over haar lippen kwamen. Ze voelde hoe hij in haar schouder kneep, merkte zijn onderzoekende en verbaasde blik en voelde zichzelf krimpen onder zijn handen. Plotseling, zonder enige aankondiging trok hij zijn handen weer weg en opnieuw schrok Milla, kromp ze iets in elkaar. Waarom was ze ook naast hem komen zitten? Waarom liet ze mensen niet gewoon met rust, zodat ze nergens problemen zou veroorzaken. Als ze nou gewoon tot zichzelf was gebleven, langs hem was gelopen zoals iedereen dat deed, dan had ze zijn vrienden, of wat het dan ook was dat hij zag, niet kunnen wegjagen en dan was hij nu niet boos op haar.

Ze snapte het niet meer en snapte er nog minder van toen zijn blik, na haar losgelaten te hebben, zich opeens vulde met wantrouwen en hij haastig van haar afschoof, alsof ze iets vies' was, iets engs, iets dat niet aangeraakt moest worden en waar eigenlijk niet eens naar gekeken behoorde te worden. De vraag wat het precies was dat ze had gedaan, denderde op topsnelheid door haar hoofd en met grote, vragende, verwarde ogen bleef ze de man naast haar in de gaten houden. Haperend begon hij weer met praten, beschuldigend, haast vijandig. Verwijtend bleef hij haar aankijken en Milla voelde zichzelf verder krimpen. Langzaam begon ze met het schudden van haar hoofd en hoe meer hij sprak, hoe sneller ze haar hoofd schudde. "N-no!" probeerde ze hem te stoppen, maar hij ging verder over hoe zij 'ze' had weggejaagd om hem te vermoorden, hoe ze hem niet om de tuin kon leiden. Ze snapte het niet, snapte niks, en zoals gewoonlijk wanneer iemand tegen haar tekeer ging - al was het maar over de afwas die niet goed gedaan was - sprongen de tranen haar in de ogen. Waarom maakte hij haar uit voor moordenaar? Wat had ze deze keer fout gedaan? "I'm sorry!" riep ze uit, wanhopig hopend dat hij niet verder zou praten, haar geen verdere zaken zou verwijten waar ze geen weet van had. "I'm sorry, I didn't mean to upset you. Please tell me what it was I did wrong, I never meant to do it, I swear. I'm not one of them, I think. Hell, I don't even know who they are. Who are they?" Ze had haar handen vooruit gestoken en poogde om hem met een soort kalmerend gebaar rustig te houden. "I would not dare think about such horrible things, and it was never my intention to fool you. Will you please calm down? Please?" sprak ze, allerminst kalm, met grote, smekende en vochtige ogen.

5It can't be true Empty Re: It can't be true ma maa 14, 2016 10:34 pm

Asher

Asher
Admin


Hij keek toe hoe ze met haar hoofd schudde en ontkende dat ze ook maar iets had gedaan. Met elke beweging twijfelde hij aan zijn woorden. Had hij het verkeerd?

Wacht. Huilde ze? Ze huilde, bevestigde hij nadat hij haar fronsend aan had gekeken. Ja, ze huilde. Waarom huilde ze? Klonk hij dan zo boos? Had ze niets gedaan? Was ze niet gestuurd om hem te misleiden? Om hem te vermoorden? Waarom was ze hier dan? Was ze hier om hem te helpen? Ze verontschuldigde zich zo vaak voor wat ze had gedaan, terwijl ze niks had gedaan. Dit was allemaal zijn schuld, hij had haar overal de schuld van gegeven en zij wist natuurlijk niet waar hij het over had.

“I’m sorry, I didn’t mean to—” Wat was niet zijn bedoeling geweest? Om haar te beschuldigen? Om te denken dat zij een van hun was? Om haar te laten huilen? Geen van die dingen was zijn bedoeling geweest. Was hij dan echt zo boos tegen haar? Deed hij dan echt zo onrustig en beschuldigend? Wat was eigenlijk wel zijn bedoeling geweest? Dat was misschien een betere vraag geweest om aan zichzelf te stellen. Hij dacht dat ze een van hun was. Een van die monsters die hem uitlachten, die in zijn oren fluisterden, die hem wilden vermoorden, hoe ze het ook maar wilden ontkennen. Hoe had hij kunnen denken dat ze een van hun was? Het meisje dat onder zijn aanraking al in elkaar krimpte. Hij liet zijn blik naar zijn handen vallen. Had hij dan zo hard in haar schouder geknepen? Was hij dan toch agressief? Ze zeiden dat dat soort gedrag niet hoorde bij wat hij had, maar dit was niet zijn bedoeling geweest. Als ze echt een gewoon meisje was, had hij haar nooit pijn willen doen. Dat was nooit zijn bedoeling geweest. Ze kon niet een van hun zijn, ze leek zo onschuldig als wat!
Maar wat als—
Nee. Dat was ze niet.
En als ze dat nu wel was?
Nee. Die wezens huilden niet. Ze huilden nooit. Hij had ze nooit, maar dan ook nooit zien huilen. Ze was niet een van hun. Ze was een gewoon meisje en hij had haar laten schrikken door ervan uit te gaan dat ze de vijand was.

Zijn beschuldigende gezichtsuitdrukking verzwakte toen hij keek hoe ze hem probeerde te kalmeren. Hij fronste terwijl hij haar met een scheef gezicht aankeek. Had zij ze dan niet gezien? Het zou normaal voor hem moeten zijn tegenwoordig, dat mensen de dingen niet zagen zoals hij, maar hij verwachtte altijd dat er iemand kwam die hem wel begreep. Niet alles dat hij zag zou toch in zijn hoofd kunnen zitten? Nee. Het was niet in zijn hoofd. De psychiaters zeiden misschien van wel, maar hij wist zeker dat het niet nep was. Hij zag het toch zelf gebeuren! Het kon gewoon niet nep zijn. Hij wist dat het niet nep was. Ze waren gewoon blind. “You didn’t see them?” Hij leek bijna teleurgesteld. Misschien was hij dat ook wel, nog meer bewijs dat hij gestoord was. Alsof hij al niet genoeg bewijs had. “Don’t worry about it,” hij zuchtte voor hij zijn zin af kon maken, “They’re not real, I suppose.” Hij leek bijna gepijnigd te zijn bij het uitspreken van de woorden. Woorden die hij als kind jarenlang had moeten herhalen om normaal gevonden te worden terwijl hij zo goed wist dat ze leugens waren. De dingen die hij zag waren echt. Ze bestonden. Ze lachten hem uit, wilden hem vermoorden, volgden hem overal. Hij kon ze ruiken, de geur van bloed hing in de lucht waar ze kwamen. Ze waren niet echt, zei hij altijd. Maar hij wist zelf ook wel dat ze dat wel waren.

“I didn’t mean to—” herhaalde hij nogmaals. Hij wist niet wat hij moest zeggen. Er was zoveel wat hij niet had bedoeld. Hij wilde haar geen pijn doen, wat hij blijkbaar had gedaan, of haar laten huilen, wat hij ook had gedaan, haar bang maken, haar verwarren. “I’m sorry.” Hij wist niet wat hij anders moest zeggen. Hij had zoveel verkeerd gedaan in de afgelopen halve minuut, hij wist niet eens waar hij moest beginnen. “You did nothing wrong. I overreacted. I got a bit confused and behaved rashly. I apologize.” Hij wist niet wat hij moest doen. Moest hij weglopen en haar met rust laten? Moest hij wachten tot zij vertrok? Moest hij meer zeggen? Hij wist het niet. Waarom wist hij het niet? Waarom konden de stemmen in zijn hoofd hem niet daarmee helpen? Waarom kon hij geen stem hebben die antwoorden had in plaats van vragen?

6It can't be true Empty Re: It can't be true vr maa 18, 2016 5:51 pm

Milla

Milla

Tot haar grote opluchting kalmeerde hij inderdaad, op zijn minst een soort van en hoewel dit waarschijnlijk niet kwam door haar zwakke poging hem gerust te stellen, was ze blij. Stel dat hij al haar woorden en gebaren had willen negeren en ervoor had gekozen verder te gaan met haar beschuldigen van hetgeen dat ze - hopelijk - niet gedaan had, dan zou Milla absoluut geen idee gehad hebben wat ze had moeten doen. Gezien haar tranen nu al stonden te trappelen om over haar wangen te stromen was het heel goed mogelijk dat ze dan écht zou gaan huilen. En dat hoefde niemand te zien. Wilde niemand zien. Het zou een lelijk gezicht zijn en vervolgens zou Milla zich zo hard schamen dat ze zich de komende dagen niet meer buiten haar kamer zou kunnen vertonen, zelfs al betwijfelde of er een grote kans bestond dat ze deze jongen zomaar tegen het lijf kon lopen. De kans was er en daarnaast ging het haar ook meer om het feit dat ze zichzelf voor schut had durven zetten dan het feit dat ze dat ook daadwerkelijk had gedaan en zou het binnen blijven eerder een straf zijn voor zichzelf dan een vlucht voor de jongen.

Door het simpele gegeven dat hij stopte met zijn verdenkingen en zelfs zei dat 'het' hem speet, - hij specificeerde niet wat hem precies speet, maar dit maakte niet uit, het feit dat hij kalmeerde was genoeg - spaarde hij Milla van het hele rampscenario dat ze in haar hoofd had ontworpen. Ze hoefde zich niet op haar kamer te verstoppen, want tot dusver was er niks waar ze zich voor hoefde te schamen. Niet genoeg, in ieder geval. Zijn gezichtsuitdrukking veranderde zelfs. De beschuldigende blik maakte plaats voor een frons, wat nog steeds niet was hoe Milla gezichten het liefst zag, glimlachend, bijvoorbeeld, maar het was een verbetering. Toen hij sprak, klonk er teleurstelling in zijn stem en gelijk had Milla spijt. Spijt omdat ze hem teleur had gesteld, want dat was allerminst haar bedoeling geweest toen ze hier was komen zitten. Hoe kreeg ze het ook voor elkaar om iemand die ze niet kende teleur te stellen bij de eerste ontmoeting? Wauw. Vervolgens, echter, zei hij dat ze zich er geen zorgen over hoefde te maken, gevolgd door een, "They're not real, I suppose." Onderzoekend en met een lichte frons op haar gezicht keek ze hem aan. Hoewel hij zei wat hij zei en het leek of hij haar ervan wilde overtuigen dat ze niks mis had gedaan, leek het ook alsof hij zelf allerminst achter zijn woorden stond. Het klonk eerder alsof hij ze met tegenzin uitsprak en het speet Milla dat ze hem blijkbaar dingen liet zeggen die hij niet wilde zeggen.

Vervolgens verontschuldigde hij zich opnieuw. Het had niet gehoeven, absoluut niet, want Milla had hem al vergeven op het moment dat zijn gezichtsuitdrukking was verzacht - en daarnaast, had hij iets gedaan waarvoor zij hem moest vergeven? had ze hier het recht wel toe? - maar ze knikte toch, glimlachte. Beschaamd haalde ze de rug van haar hand langs haar ooghoek om de tranen weg te vegen en terwijl ze dit deed zei ze, "I appreciate your apology, although I find it hard to believe that I truly did nothing wrong. I am sorry too, for causing you stress, which I did without intending to do so and I will try my hardest to not do it again." Ze glimlachte, bang dat ze misschien te ver ging of te moeilijk deed, maar niet in staat het bij een simpele 'don't worry about it' te laten, want ze kon hem niet achter laten zonder dat hij wist dat het haar speet. Wat als hij haar een slecht mens vond? Stel je voor. Ze was goed opgevoed en het zou onbeschoft zijn naar haar ouders toe als ze daar niet naar zou handelen.

"And, um- May I be so bold as to ask you who, or what, it was I didn't see?" vroeg ze voorzichtig. Haar vraag was oprecht, gezien ze zich amper kon inbeelden dat iemand zo heftig zou kunnen reageren op iets wat niet waar was, wat niet bestond. Nu mogen we het er allemaal over eens zijn dat Milla een naïef meisje was, die duidelijk nooit drugs had meegemaakt in de praktijk en die tevens nog altijd niet helemaal accepteerde dat ze hier in een, wel, gekkenhuis zat, maar misschien was het voor deze situatie maar mooi dat Milla met alle goede intenties graag wilde begrijpen wat er aan de hand was, waarom hij zich gedwongen voelde te zeggen dat 'ze' niet echt waren. "And if I scared them off, and, if so, if it's a bad thing that I should apologize for?"

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum